Op vrijdag 11 mei vond in Arcam de lancering plaats van de Community Lover’s Guide to Amsterdam. Daarmee is het tweede boek in een groeiende internationale boekenserie gepubliceerd, want deze Amsterdamse editie werd in maart voorgegaan door de Rotterdamse editie. En in de komende maanden verschijnen ook edities voor Hackney (Londen), Utrecht, West-Alabama en Birmingham. In totaal hebben zich voor dit project inmiddels 50 vrijwillige redacteuren aangemeld. En het aantal groeit nog steeds. Maar waar gaat dit project over.
De Community Lover’s Guide biedt een platform aan lokale ondernemende burgers en sociaal ondernemers die op creatieve en innovatieve wijze gemeenschappen weten te creëren. Het probeert een podium te geven aan de vele voorbeelden van manieren waarop mensen zich verbinden aan de stad, elkaar en hun omgeving. Op die manier willen we laten zien hoe burgers op steeds meer plaatsen, op steeds andere manieren het publieke leven en het publieke domein vorm geven. En ten slotte kunnen we zo gezamenlijk op zoek naar een taal om uit te drukken wat nu de waarde en betekenis van deze initiatieven is. Zijn dit namelijk enkel leuk voorbeelden in de marge? Fijn om erbij te hebben in een stad, maar niet waar het echt om draait? Of is de betekenis misschien dieper? Zijn dit misschien wel de repetitieruimten voor het leren van de vaardigheden tot samenwerking waar Richard Sennett het in zijn laatste boek ‘Together’ over heeft? Plekken waar we in klein, concreet formaat kunnen experimenteren met andere manieren van het creëren van publieke waarden? Een antwoord op deze vragen biedt deze serie niet, maar het laat in zijn geheel wel zien dat de omvang – en daarmee misschien ook wel de betekenis – van dit soort initiatieven groot is.
Voorbeelden
Om een beeld te geven van wat je in de boeken kunt vinden een korte beschrijving van enkele van de Rotterdamse voorbeelden:
Woonkamer van de Burgemeester
Een voormalige overlastgevende belwinkel in een oud hoekpand in een woonwijk komt na een politieoverval beschikbaar. Wat een negatieve plek in de buurt was, wordt door bewoners omgevormd tot ontmoetingsruimte voor en van de buurt. Grotendeels gefinancierd door lidmaatschap (van € 3,- per voordeur) van buurtbewoners ontstaat een natuurlijke plek waar bewoners en professionals elkaar in een informele ruimte kunnen ontmoeten. Eten, ontmoeten, literatuur, knutselen, muziek en taal vormen de ingrediënten voor kennismaking en uitwisseling.
Tussentuin
De sloop van een huizenblok betekent dat in het Oude Westen een kavel tijdelijk beschikbaar is. Een groep bewoners staat op en maakt hier de Tussentuin: een tuin waarin kleine kavels voor bewoners beschikbaar zijn en waar tegelijkertijd een podium is voor artiesten uit de buurt en ver daar buiten. De tuin laat aan zowel de beleidmakers als de bewoners zien dat als zij hun schouder eronder zetten er veel mogelijk is. Wat eerst met de nodige scepsis en argwaan bekeken werd, is inmiddels uitgegroeid tot een favoriet stukje publiek domein. De vertrouwdheid ermee heeft even moeten groeien, maar het resultaat is er dan ook naar.
Buurtflirt
Leegstaande winkelpanden vormen vaak een doorn in het oog van bewoners, andere ondernemers en beleidsmakers. Maar wat nu als je deze ruimten gebruikt om mensen met elkaar op een prettige manier met elkaar kennis te laten maken. Wat nu als je er kunt flirten met je buren en gelijk kennis kunt maken met lokale kunst en ambacht? Dat is het idee achter Buurtflirt. Leegstaande winkelpanden zijn de ideale plekken om ontmoetingsruimten tussen allerlei partijen te bewerkstelligen.
En dit zijn slechts korte impressies van 3 van de initiatieven die in de Rotterdamse editie staan. Wat je eigenlijk bij alle initiatieven ziet is dat ze heel nauwkeurig kijken wat er in een buurt of wijk voorhanden is en hieruit een unieke plek of ontmoeting weten te vormen. Deze positieve blik op de omgeving, over de grenzen van organisaties of groepen heen, maken dat ze in staat zijn met betrekkelijk weinig middelen iets bijzonders en aantrekkelijks neer te zetten. Alle initiatieven hebben iets in zich wat maakt dat je er op een bepaalde manier onderdeel van wilt zijn, een gevoel dat je er bij had moeten zijn. En dat lijkt me in een wereld waarin het tegenovergestelde vaak wordt beweerd, namelijk dat we steeds verder van elkaar komen te staan, een mooi gegeven.
(Alle Rotterdamse hoofdstukken kun je hier (http://communityloversguide.org/Read-CLG-Stories) lezen. De Amsterdamse editie is in zijn geheel bij Blurb te lezen (http://nl.blurb.com/bookstore/detail/3192804). Vanaf juli komt ook de geheel vernieuwde website www.communityloversguide.org online. Waar je hier nu vooral een overzicht van alle redacteuren vindt, zal deze vanaf dan juist de verschillende verhalen centraal stellen. Hou de website dus in de gaten!)
Achtergrond en hoe het werkt
Maar niet alleen het soort initiatieven waar in het project aandacht aan wordt besteed verdient aandacht, ook de (werk)vorm van het project is namelijk bijzonder. Het project komt voort uit een door Tessy Britton geredigeerd boek ‘Hand Made. Portraits of emergent new community culture’ (hier volledig online te lezen) en een driedaagse reis georganiseerd door mijzelf rond haar en Nick Boot om in Nederland te spreken over de ‘Big Society, Bottom Up’. Aan het einde van deze reis stelde ik haar voor om een Rotterdamse editie van Hand Made te maken en wat begon als een grap ontwikkelde zich echter al snel naar een serieus plan. Nadat we in ons netwerk eens voorzichtig polsten of mensen redacteur van een lokale editie wilden zijn kregen we eigenlijk alleen maar positieve reacties. En zo was een project geboren.
Elke lokale redacteur gaat op zoek naar bijzondere initiatieven in zijn of haar stad en vraagt de initiatiefnemers zelf een stuk te schrijven. Daarnaast vragen we ze foto’s aan te leveren. Deze worden vervolgens met software van Blurb tot een boek opgemaakt in een vast format et voila. Een nieuwe editie is geboren. Het mooie van Blurb is daarbij dat de software gratis is en de boeken ‘on demand’ geprint worden, dus je hoeft niet een x-aantal zelf af te nemen om een boek de wereld in te helpen. Geholpen door andere software als email, Facebook, Twitter, Skype en Cargo kan zo voor bijna geen geld een internationaal platform voor ondernemend burgerschap en sociaal ondernemerschap worden gevormd.
Community Lover’s als bestuurlijke experimenten
Zoals gezegd begon dit hele project met een losse opmerking, maar het heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een groot(s) project. Daarbij moet nog van alles verder gestroomlijnd worden en moeten we bij elke stap weer beoordelen of we de goede kant op gaan. Maar de antwoorden op alle vragen die we onszelf – maar die anderen ons ook stellen vinden hun antwoord al doende. En dat is iets wat veel van de projecten in de Community Lover’s Guide gemeen hebben: ze weten ook niet precies hoe het allemaal zit en wat het waard is, maar door het te doen ontstaat veelal iets bijzonders wat daar het antwoord weer op geeft.
Naast het verzamelen van de verschillende initiatieven proberen we ook elke keer mensen uit te nodigen na te denken over de betekenis van deze initiatieven. En dit doen we zelf natuurlijk ook. Zo schreef ik in mijn eigen inleidende hoofdstuk dat het misschien is het goed als we deze projecten niet alleen zien als leuke, sociale projecten, maar als de sociale equivalenten van de olifantenpaadjes die we kennen in de publieke ruimte.
En recentelijk ben ik zelf ze geneigd nog meer betekenis toe te kennen en ze te zien als repetitieruimten voor nieuwe vormen van bestuur of het creëren van publieke waarde. Daarbij ben ik geïnspireerd door het recente boek van Richard Sennett ‘Together. Volgens Sennett zijn wij van nature gericht op samenwerken, zijn wij dus van nature relationeel aangelegd, maar is de manier waarop wij in het Westen onze samenlevingen bestuurlijke, economisch en cultureel hebben geordend hiervoor steeds meer een sta in de weg. Sennett stelt dat we op moeten passen dat de we de vaardigheden voor samenwerken niet verliezen.
Om deze vaardigheden nu onder de knie te krijgen en te houden, hebben we noodzaak aan repetitieruimten. Repeteren onderscheidt Sennett daarbij van oefenen. Waar oefenen iets is wat je alleen doet en het criterium voor succes het zo goed mogelijk beheersen van een stuk is, gaat het bij repeteren om een gezamenlijke zoektocht naar wat nu juist goed is. In het proces wordt dus ook heel erg door de groep gezocht naar de uitkomst van het proces.
Ik ben steeds meer geneigd om de verschillende voorbeelden uit de Community Lover’s Guides langs deze lijnen te bekijken en ze te zien als de broodnodige repetitieruimten voor bestuurlijke en sociale vernieuwing in deze onzekere tijden. Daarbij maakt de veelheid aan initiatieven en de energie die hierin besloten licht, mij optimistisch over deze toekomst. Als mensen me daarom ook vragen wie of wat ik ben zeg ik dat ik militant optimist ben. Hopelijk delen jullie na het lezen van deze boeken dit gevoel!